Jaarrekening 2018

menu

Grondslagen overige

Financiële vaste activa

Verstrekte geldleningen nemen we op tegen nominale waarde.

Deelnemingen bestaan uit aandelen en participaties van naamloze- en besloten vennootschappen. We waarderen deze tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Dit is het bedrag waarvoor we de aandelen kochten. Wanneer de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats. Een dergelijke afwaardering is tot op heden niet noodzakelijk gebleken.

Voorraden

Voorraden grondexploitaties: onderhanden werk
De onderhanden werken (bouwgrondexploitaties) waarderen we tegen vervaardigingskosten, inclusief financieringskosten en kosten algemeen beheer en verminderd met opbrengsten uit gerealiseerde verkopen en andere opbrengsten en bijdragen.

Naar rato van de voortgang van een project verantwoorden we tussentijds winst. De voortgang berekenen we naar de mate waarin we kosten en opbrengsten realiseren per individuele grondexploitatie. Hiermee rekenen we de totale winst over de individuele grondexploitatie toe aan de reeds verkochte kavels. Dit wordt de Percentage of Completion methode genoemd.

Voor verwachte negatieve resultaten op de projecten vormen we een voorziening.

Gereed product
De voorraden bij burgerzaken waarderen we tegen verkrijgingsprijs volgens artikel 63 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen waarderen we tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid brengen we een voorziening in mindering. De voorziening bepalen we op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten.

De kas en banksaldi nemen we op tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen

Onder het eigen vermogen nemen we de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het saldo van de rekening van baten en lasten (=rekeningsaldo) op.

Voorzieningen

Voorzieningen waarderen we op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies.

De pensioenverplichting voor de wethouders waarderen we op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen.

De onderhoudsvoorzieningen baseren we op een meerjarenraming van het uit te voeren onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen. We houden rekening met de geformuleerde kwaliteitseisen. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” lichten we het beleid toe.

Langlopende schulden

Langlopende schulden waarderen we tegen de nominale waarde verminderd met de aflossingen.

Vlottende passiva

De vlottende passiva waarderen we tegen de nominale waarde.

Borg- en Garantstellingen

Van de door de gemeente gewaarborgde leningen nemen we buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten op. In de toelichting op de balans nemen we de specificatie op.